Je kunt je niet verschuilen achter een almachtige God #veertigdagentijd
Geschreven door Lense LijzenDe veertigdagen- of vastentijd is van oudsher een periode van inkeer en onthouding, van gezamenlijke bezinning en persoonlijke reflectie. Zoals de adventsperiode dat oorspronkelijk ook was. Gek genoeg hebben protestantse kerken daar niet of nauwelijks vorm aan gegeven. Als ik erover nadenk, mis ik dat eigenlijk wel. Dat je iets aangereikt krijgt waar je in kunt stappen of aan mee kunt doen. In de gemeente probeer ik er wel bij stil te staan, door bijvoorbeeld de zondagen hun klassieke naam mee te geven en de oude psalmdelen van deze dagen te laten horen en te vertalen naar vandaag.
De reis van veertig dagen is misschien wel Mozes’ reis van veertig jaar in een notendop. Met hoogtepunten en diepe dalen, maar dan vertaald naar de levenstocht van Jezus op weg naar Jeruzalem. Een reis waarop de spanning tussen donkerte en licht voelbaar wordt. Een reis ook waarop God niet als een dreigende donderwolk meetrekt en zich opmaakt om los te barsten, maar een tocht, die ons menselijk onvermogen om in Gods geest te leven pijnlijk zichtbaar en voelbaar maakt. Terwijl die geest, juist in de profeten én in de persoon van Jezus, een weg van vrijheid voor ons heeft uitgetekend.
Medescheppers naast God
Ik ervaar dat nog sterker nu we in een kring het boek Een gebroken wereld heel maken van de Britse opperrabbijn Jonathan Sacks lezen. Vanuit zijn Joodse traditie zet hij mensen, en ook mij, neer als medescheppers naast God. Op je levensweg kun je je dus niet verschuilen achter – een almachtige – God, nee, je bent zelf verantwoordelijk voor je doen en laten. Want, zegt Sacks, bijna nuchter, waarom hebben we anders de Tien Geboden gekregen? Of – vanuit christelijk gezichtspunt – de Bergrede? Die sporen ons aan en geven een kans om te veranderen als dat nodig blijkt. Voor mij brengt de veertigdagentijd dus ook het element mee van bezinning op mijn doen en laten. Niet voor mijn eigen zielenheil, maar wel met de vraag of ik genoeg gehoor geef aan Gods oproep tot verantwoordelijkheid. Want die krijgt bij Sacks het volle gewicht.
In deze lijn ligt onze aanmelding om aanloopgezin te willen worden voor een vluchteling. Een plek waar iemand elke week een keer langs kan komen met zijn/haar verhaal of om hulp te krijgen bij een praktische klus. Waardoor we hopelijk een steentje kunnen bijdragen aan de opbouw van een nieuw leven hier. Dat deze stap in de veertigdagentijd valt, is misschien toeval maar geeft ook een duidelijke kleuring aan de oproep van Mozes om, bij de tweesprong van leven en dood, voor het leven te kiezen. Een oproep die ik ook in Jezus’ tocht naar Jeruzalem als een indringend appel ervaar.