Heb jij de moed om voor eenheid te kiezen? Ondanks alles. #veertigdagentijd
Geschreven door Roos RitmeesterIn het boek Deuteronomium legt Mozes het volk de vraag voor: waar kies je voor, voor het leven of voor de dood? En dat is een vraag die ons, over de hoofden van het volk Israël, allemáál wordt voorgelegd: waar kies jij nu voor: voor het leven of voor de dood? Het lijkt een makkelijk te beantwoorden vraag, natuurlijk kiezen we voor het leven, wie zou dat niet doen? Maar wat houdt ‘leven’ voor Mozes in? Wat bedoelt hij ermee?
Ik denk dat je het – met de bijbel in je achterhoofd – mag lezen als: kies je nu voor éénheid of voor afgescheidenheid? En kiezen voor éénheid of afgescheidenheid dat wordt al heel wat ingewikkelder! Bij afgescheidenheid kunnen we ons vrij gemakkelijk negatieve situaties voorstellen: je hoort er niet meer bij, je doet er niet meer toe, je bent een outsider. Eigenlijk ben je een beetje dood. Maar afgescheidenheid heeft ook zijn, op het eerste gezicht, positieve kanten: wij, clubje gelijkgezinden, hebben het goed met elkaar, wij weten hoe het zit. Wij gaan voor onze waarheid. Een gevoel dat helaas ook in kerkelijke gemeenschappen nogal eens de boventoon kan voeren (bij ons natúúrlijk niet …)
De Heer is onze God, de Heer is Eén
Het christendom is nooit bedoeld voor een clubje mensen dat het zo lekker met elkaar heeft. Het christendom – ook het vrijzinnig christendom, dat niet veel op heeft met zending en evangelisatie – is wèl bedoeld als een beweging die streeft naar eenheid. Eenheid is een typisch joods begrip. God is Eén. Het prachtige, belangrijkste gebed van de joden is het Sjema: Sjema Israel, Ado-nai Elo-hénoe, Ado-nai echád. ‘Hoor, Israël, de Heer is onze God, de Heer is Één’. Oorspronkelijk was dit het gehele gebed. En eigenlijk is alles er mee gezegd.
God heeft, in het mooie mythische verhaal uit Genesis, uit één mens het hele menselijke geslacht geschapen; één wereld. Als God al op een bepaalde manier gekend kan worden in de wereld, is het in de eenheid: de eenheid tussen mensen in een gezin, een familie; de eenheid tussen mensen in een buurt; een werkverband; een kerk; de samenleving. Kiezen voor éénheid, voor leven betekent dan steeds opnieuw zeggen: en toch … Mèt alles wat ons onderscheidt van elkaar, kiezen voor dat wat ons verbindt.
Waar halen we die moed vandaan?
Dat is voor mij kiezen voor het leven. Kiezen voor het leven als de moed om te leven ‘ondanks’- ondanks alles wat er gebeurd is. En dat valt zeker niet altijd mee. Daar heeft een mens een heleboel moed voor nodig. Waar halen we die moed vandaan? Als ik mijzelf die vraag stel dan denk ik, dan geloof ik, dat God onvoorwaardelijke liefde is. De liefde die alles verdraagt, alles gelooft, alles hoopt en in alles volhardt. Die liefde is oneindig veel groter dan wat wij ons als mensen voor kunnen stellen. Niemand kan daar buiten vallen, niemand valt ooit buiten God.
En als wij zó naar eenheid; naar ‘leven’ kijken, dan houdt dat ook in: één zijn in jezelf, met jezelf omgaan als met een aanvaard, bemind mens, die er zijn mag. Dan kunnen we ook met de ander omgaan als een mens die er zijn mag, vriend of tegenstander.