Dingetje met veren #advent
Geschreven door Alleke Wieringa‘s Morgens de merel, die komt als de tuin nog maar nauwelijks ontvroren is. Scharrelend onder de hulstboom op zoek naar eten. Daarna, als ik in de tuin aan het spitten ben, een roodborstje – altijd nieuwsgierig – tuinmansvriendje- komt me vergezellen.
Als ik ’s middags binnen zit: pimpelmeesjes, buitelend door de hamamelis voor het raam. Einde middag, bovenin de oude spar aan de overkant, duiven aan het koeren.het lijkt even lente.
’s Avonds een silhouet op de punt van het huis op de hoek: de steenuil – schreeuwt en krast! Hoop herrie voor zo’n klein beestje. Wat een vitaliteit. ’s Nachts…hé wacht! Kraanvogels? Ja, er trekken kraanvogels over. Ik hoor hun verre, weemoedige roep – die vertelt van lange reizen, hoge kilometers en diepdonkere poolnachten. Vogels, hoe bijzonder. Altijd vogels.
Wij gaan wel door
Ik denk aan: ‘Hope is the thing with feathers’. Zo dichtte Emily Dickinson. Vogels – een wonderlijke levensvorm met veren.
Vogels – altijd weer vogels, alsof ze willen zeggen: wij gaan wel door, wat jullie er ook van maken. Wij zijn er, altijd, in allerlei vormen, om je naar buiten te roepen. Je ziel te wekken voor het mooie, voor dat wat wonderlijk kwetsbaar en krachtig is – in één woord.
Hope is the thing with feathers
Hope is the thing with feathers
That perches in the soul,
And sings the tune without the words,
And never stops at all,
And sweetest in the gale is heard;
And sore must be the storm
That could abash the little bird
That kept so many warm.
I’ve heard it in the chillest land,
And on the strangest sea;
Yet, never, in extremity,
It asked a crumb of me.
Emily Dickenson
Hoop is dat ding met veertjes
Dat neerstrijkt in de ziel
En wijsjes zonder woorden zingt
En nooit valt hij er stil
Hoe hard de wind ook waaien zal
Hoe hevig ook de storm
Hij die zovelen warmte biedt
Dat vogeltje houdt vol
Het klonk zelfs in het koudste land
En in het verste oord
Toch vroeg het mij in grote nood
Nog nooit om kruimels brood
(vertaling: Ans Bouter)