31 oktober 2017

Hervormingsdag: Luther en zijn trouwe duivel

Geschreven door Peter Nissen

Op 31 oktober is het vijfhonderd jaar geleden dat de monnik Maarten Luther zijn stellingen tegen de aflaatpraktijk verstuurde naar de aartsbisschop die in Duitsland verantwoordelijk was voor de aflaathandel. Met die stellingen trad een kerkkritische beweging aan het licht die niet meer te stuiten bleek: de Reformatie. Het zal waarschijnlijk niemand ontgaan zijn dat deze gebeurtenis dit jaar ijverig herdacht wordt. Met het vorige jaarthema, Pleidooi voor vrijheid, hebben ook de remonstranten erbij stilgestaan. Zelf heb ik al op vele plaatsen mogen spreken over vijf eeuwen Reformatie en het vrijheidsbegrip van de hervormers en er staat voor de komende maanden nog een lijstje lezingen in mijn agenda.

Het herdenkingsjaar heeft een rijke oogst aan boeken opgeleverd, waaronder verschillende nieuwe biografieën van Maarten Luther. Wat je ook van hem mag vinden, hij blijft een buitengewoon boeiende figuur. En hij heeft een onomkeerbare invloed uitgeoefend op de Europese geschiedenis van cultuur en religie.

Niets tussen God en de mens

De boeiendste wetenschappelijke bijdrage van dit jaar vind ik zelf het nieuwste boek van de kerkhistoricus Volker Leppin: Die fremde Reformation. Luthers mystische Wurzeln. Leppin laat zien hoe de lezing van laatmiddeleeuwse mystieke teksten Luther geholpen heeft bij het vinden van zijn eigen theologische weg. ‘Aan het begin stond de mystiek’, aldus Leppin. De Reformatie opent voor alle gelovigen, niet alleen dus voor de kerkelijke professionals, de mogelijkheid van een persoonlijke verhouding tot de Eeuwige. Niet langer staat de kerk, met haar bedienaren, haar sacramenten, haar instituties, als een noodzakelijke schakel tussen God en mens. De mystiek wordt gedemocratiseerd. ‘Geloof begint bij jou’, zouden wij nu zeggen.

Maar tegelijk is Reformatie een doorgaand proces van herbronning en vernieuwing. We doen Luther onrecht aan als we hem het laatste woord geven. Een van de meest vermakelijke bijdragen aan het Lutherjaar vind ik een boekje van de Duitse literator Friedrich Christian Delius. Hij publiceerde onder de titel Warum Luther die Reformation versemmelt hat (‘Waarom Luther de Reformatie verprutst heeft’) een komisch verslag van een fictief gesprek met Luther bij een paar flinke pullen bier. Beste Luther, zo is zijn punt, had toch nog een 96ste stelling toegevoegd, eentje waarin je afrekent met de leer van de erfzonde. Want die leer heeft het christendom belast met een enorm zware bagage van angst, pessimisme en zwaarmoedigheid. Die grotendeels aan Augustinus toe te schrijven leer heeft de blijde boodschap veranderd in een dreigende boodschap. Je hebt, lieve Luther, met je reformatie maar half werk geleverd.

Kwaad niet buiten ons zelf plaatsen

Het boekje van Delius deed mij denken aan een soortgelijk boekje van de Nederlandse literator Menno ter Braak, dat in 1938 in de reeks van De Vrije Bladen verscheen: De Augustijner monnik en zijn trouwe duivel. Luther kon maar niet loskomen, aldus Ter Braak, van de gedachte dat het kwaad onontkoombaar is, omdat het veroorzaakt wordt door een buiten ons staande, zelfstandige persoon: de duivel. Alles wat Luther niet bevalt, wordt aan die satan toegeschreven, tot en met het optreden van de paus, die dan ook niets anders kan zijn dan de antichrist. Daarmee schakelt Luther de menselijke verantwoordelijkheid uit en maakt hij van het kwaad iets onvermijdelijks. En dat stuitte de humanist Ter Braak tegen de borst. We moeten het bestaan van het kwaad niet ophangen aan een mythische personificatie, de duivel, en aan een mythisch gebeuren, de zondeval, maar de mens zelf bevragen op zijn verantwoordelijkheid en de keuzes die hij maakt.

‘Nu ik in de geschriften van den Saksischen boer verdiept geweest ben, voel ik een nieuwe genegenheid voor Erasmus in mij opkomen’, zo zegt Menno ter Braak tegen het eind van zijn essay. Ik zeg het hem graag na, in dit Reformatiejaar en op deze Hervormingsdag.

Over Peter Nissen

Peter Nissen

Peter Nissen is remonstrants predikant in Nijmegen, hoogleraar oecumenica aan de Radboud Universiteit en waarnemend rector van het Remonstrants Seminarium

Gerelateerd