7 maart 2022

Woede en verontwaardiging over oorlog in Oekraïne

Geschreven door Johan Goud

De oorlog van tiran Poetin tegen de Oekraïne is een ‘ouderwetse’ oorlog, hoorde ik iemand zeggen. We waren aan iets dergelijks niet meer gewend, althans in ons deel van de wereld: dat een land een buurland binnenvalt en het botweg gaat veroveren. De rationaliteit die een democraat graag met politiek verbindt (‘in gesprek blijven’, ‘naar verbinding zoeken’) valt hier weg. De schaamteloosheid heerst. Er worden leugens verteld: ‘wij werden bedreigd’; de ideologie speelt een rol: ‘wij vormen één groot Russisch rijk, dat grondig verschilt van het verderfelijke Westen’; en natuurlijk ontbreekt het antisemitisme niet: ‘de jood Zelenski leidt een nazistisch regiem’. De Oekraïeners vechten, zijn wanhopig, vluchten. Het Westen wordt met atoomoorlog bedreigd, ziet af van oorlog, leert de machteloosheid kennen.

Reacties aan onze kant

De reacties aan onze kant houden me bezig. Vooral de religieuze, al verschillen die alleen in woordgebruik van de reacties elders. Een klassieke religieuze reactie is die van de reis naar binnen, de keuze voor de geestelijke afzondering – omdat de wereld nu eenmaal uitgeleverd is aan het kwaad, het domein van ‘machten en overheden’. Zo hoorde ik een predikant herinneren aan de Bergrede: hebt uw vijanden lief, terwijl een ander mystieke woorden aanhaalde: Laat je niet verontrusten, u ontbreekt niets.

Een andere reactie is de profetische: woede en heilige verontwaardiging. Omdat het recht en de waarheid worden geschonden. Het zijn vooral Westerse politici die deze reactie kiezen: Biden, Johnson, Von der Leyen, Rutte. Een reactie die ik niet zo nadrukkelijk hoor, maar die ongetwijfeld luider gaat klinken, is die van de zelfkritiek, vroeger met een verwijzing naar Gods oordeel over onze zonden, nu eerder met de vraag of de EU en de NAVO niet toch te arrogant en te agressief zijn geweest, of met het vermoeden dat het Westen dit gaat aangrijpen om zich tot de tanden toe te bewapenen.

Deze bruutheid maakt ons machteloos

Mijn eigen reactie is vooralsnog die van de woede en de verontwaardiging. Maar de verleidingen van de afzondering en de zelfkritiek zijn me bepaald niet vreemd. Het is een dilemma, van ons allemaal in deze situatie. Wij zijn gewend aan een samenleving die we kunnen veranderen, waarop we invloed kunnen hebben. Deze bruutheid maakt ons machteloos.

 

Ik las deze fraaie bundel met autobiografische stukken en essays van Danilo Kiš (1935-1989), joods schrijver in het vroegere Joegoslavië, die ik kende van zijn schitterende verhalenbundel Encyclopedie van de doden. Hij schrijft uitvoerig over de chaos van ideologieën en nationalismen in Midden-Europa (lees: Oost-Europa), het antisemitisme, de constante oorlogen, het stalinisme, de kampen. En kiest meestal voor de afzondering van de dichter, de homo poëticus. Hij heeft het dan over de poëzie als dam tegen de barbarij, als zingeving aan de vergeefsheid van het bestaan, ‘een sprong weg uit de gelederen van de moordenaars’ (Kafka). “Maar ook deze stellingname is niet gevrijwaard van twijfel: niemand plaatst zichzelf zonder spijt buiten de gemeenschap. Inzetten op de eeuwigheid is net zo ijdel als inzetten op het ogenblik.” (244)

 

 

 

 

 

Over Johan Goud

Johan Goud

Johan Goud is emeritus predikant. Hij werkte in de remonstrantse gemeente Eindhoven en Den Haag. Daarnaast was hij hoogleraar Religie en zingeving in literatuur en kunst aan de Universiteit Utrecht. Vanaf begin 2017 is hij post-emeritair aangesteld als 'godsdienstfilosoof' bij de remonstranten Den Haag (een aanstelling die mogelijk werd door een erfenis van gemeenteleden).

Gerelateerd