23 januari 2017

Hoe God in dit stukje terecht kwam

Geschreven door Tom Harkema

‘Gemiddeld gezien zijn mensen gelukkiger als ze getrouwd zijn of een duurzame relatie hebben, veel vrienden hebben, geen kinderen hebben (zegt het ene onderzoek), wel kinderen hebben (zegt het andere onderzoek), niet roken, bovengemiddeld verdienen, zichzelf aantrekkelijk vinden, groot zijn, maar niet te groot en religieus zijn. Geluk voel je, volgens een recente studie, in je hele lichaam en het is geassocieerd met gezondheid en levensduur.’

Vrij Nederland interviewde hoogleraar ‘Genetics and Wellbeing’ Meike Bartels. Deze biologisch psycholoog, ook wel ‘geluksprofessor’ genoemd, onderzoekt of mensen die zich gelukkig voelen dat (mede) te danken hebben aan hun DNA. Uit divers recent onderzoek blijkt dat dit inderdaad het geval zou kunnen zijn. Best interessant natuurlijk en wie weet wat het in de toekomst nog kan betekenen, bijvoorbeeld in de behandeling van mensen met een depressie. Maar mij gaat het om de eerste regels van dit stuk, ook aangehaald in het interview. Let even op het woord ‘gemiddeld’, dat nuanceert de zaak, maar ik herken er persoonlijk veel in. Volgens mij komt het dan vooral op twee aspecten aan: in de eerste plaats of je in je directe omgeving mensen hebt die er toe doen, die veel voor je betekenen of voor wie jij veel betekent. Het krijgen en geven van aandacht houden elkaar in evenwicht: je voelt je geliefd, mensen doen onbaatzuchtig iets voor jou en zelf doe je iets voor de ander, zonder meteen aan je eigenbelang te denken. Zeg maar: ‘Heb je naaste lief als jezelf’.

Ik neem mezelf niet altijd de maat

Het tweede aspect heeft betrekking op je zelfwaardering. ‘Jezelf aantrekkelijk vinden’ is natuurlijk een basisvoorwaarde om gelukkig te zijn. Maar tegelijkertijd lijkt het mede een gevolg van de sociale cohesie in je leven, dus van het eerste aspect. Zelfwaardering is ook een proces van opvoeding en levenservaring, een soort van met beide voeten op de grond staan. Dat is gewoon niet iedereen altijd gegeven. Ik heb er best een tijd over gedaan om mezelf niet altijd de maat te nemen, maar tevreden te zijn met wie ik ben en trots te zijn op de mens die ik geworden ben. Jezelf waarderen heeft dan ook met acceptatie te maken, het met milde spot bekijken van je kritische ‘ik’.

Natuurlijk is gezondheid essentieel voor geluksgevoel, dat is een open deur en daarvoor hoef je geen wetenschapper te zijn. Iemand die een lichamelijke of geestelijke ziekte of kwaal heeft, staat vaak op achterstand en zal het moeilijker vinden om zichzelf gelukkig te noemen.

Maakt religieus zijn gelukkig?

En dan komen we bij de in mijn ogen intrigerende uitsmijter, de achteloos toegevoegde eigenschap ‘religieus zijn’. Dit wordt verder niet uitgewerkt en als niet-wetenschapper begeef ik me nu op glad ijs. Het woord religie vindt zijn oorsprong in het Latijn: re-ligere, dat zoveel betekent als her-verbinden, het opnieuw leggen van een band. Iemand die religieus is weet zich verbonden met iets dat het gewone alledaagse en waarneembare overstijgt. Een religieus mens hoeft dus niet per se een bepaalde godsdienst aan te hangen, maar zoekt ook hier weer die verbinding, de min of meer hechte band met de ander, in dit geval iemand of iets wat je niet kunt waarnemen. En dan is voor mijn gevoel de cirkel weer (bijna) rond: de dagelijkse verbinding met mensen om je heen wordt gecompleteerd door de verbinding met iets dat het alledaagse overstijgt.

Iedereen zal daarbij erkennen dat de dagelijkse ontmoeting met de ander op onverwachte momenten ook het alledaagse overstijgt. Voor mij is dat dan toch net weer even anders: juist het ongrijpbare van ‘God’, het onverwachte is religie voor mij. Het is wat kunst kan zijn, ik denk nu aan ‘Zie de mens’, de onvolprezen portrettententoonstelling in de Fundatie te Zwolle, met o.a. de fenomenale foto van Ger van Elk: The Missing Person. Het is wat seks ook kan zijn: de volle overgave, het loslaten, het openstaan. De momenten die je als het ware overkomen, die dan eeuwig mogen duren en de voldoening na afloop. Als ik zondags in de Geertekerk kom, ervaar ik vaak zo’n moment. Nee, niet van seksueel genot, maar juist dat onverwacht religieuze. Een woord, een lied, een lichtval, een gedachte, een mijmering, het nietsdoen.

Gerelateerd