Onze hardheid verliezen #Pinksteren
Geschreven door Reinhold Philipp‘Het aantal volgelingen breidde zich op die dag uit tot ongeveer drieduizend.’ Je zou er bijna overheen lezen, terwijl het een ongelofelijk succesverhaal is. Petrus houdt in Handelingen na de uitstorting van de Geest één preek en ‘het aantal volgelingen breidde zich uit tot ongeveer drieduizend.’ Je zou je als predikant in onze tijd toch vertwijfeld moeten afvragen: ‘Wat heeft hij wat ik kennelijk niet heb? Wat doe ik verkeerd? Wat doen wij verkeerd?’ Je zou als gemeente zo’n preektijger als Petrus als predikant moeten hebben.
Vlak vóór Jezus’ lijden en dood heeft hij hem nog verraden en in de steek gelaten en nu -iets meer dan 50 dagen later- komen er na zijn verkondiging bijna 3000 nieuwe leden bij de kerk. Of iemand zoals Paulus, iemand die onvermoeid stad en land afreist om de blijde boodschap te verkondigen en overal waar hij komt nieuwe geloofsgemeenschappen te stichten. Op zich is het heel goed om je als individu en als gemeenschap steeds weer kritisch af te vragen: zijn we goed bezig? Of moet het anders?
Vertrouwen
Geloof gaat om vertrouwen. Niet alleen ons vertrouwen in God, maar ook het vertrouwen dat in ons wordt gesteld. We worden steeds weer uitgenodigd om – net als de eerste volgelingen op de eerste pinksterdag – Gods nieuwe wereld handen en voeten te geven. Het pinksterwonder bij Lukas is, dat mensen de leerlingen van Jezus van Gods grote daden horen spreken. Ieder in zijn eigen taal. Gods Geest spreekt in alle talen en verdrijft de angst die mensen opsluit in zichzelf.
In een gebed uit de elfde eeuw, Veni Spiritus Sanctus, staat (onder andere): flecte quod [est] rigidum – maak soepel wat verstard is. De Geest is ook een Ontwrichter. Hij verbrijzelt onze beelden. ‘God’, schrijft de Tsjechische theoloog en auteur Thomas Halik, ‘heeft een zwak voor mensen die met hem worstelen. (…) Als mensen zeggen atheïst te zijn, vraag ik ze vaak hoe de God eruit ziet in wie ze niet geloven. Bijna altijd luidt mijn antwoord daarna dan: ‘Godzijdank dat je niet in zo’n God gelooft; ik ook niet.’
De Geest van Ontwrichting
De Geest van Ontwrichting en Verandering – dat is wat het oude gebed, vertaald naar deze tijd, wil zeggen -, wil dat we onze hardheid verliezen. Maar zacht worden kan pijn doen. Het is niet makkelijk om stellige opvattingen en zekerheden prijs te geven, ongeacht de richting waarin je je beweegt. Moge de Geest ons onze zwaartekracht van tijd tot tijd doen vergeten, zoals Huub Oosterhuis het verwoordt in zijn ‘Lied om vrijheid’. Misschien lukt het dan om te leven.
Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn. (…)
Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten
wij wel wat leven is maar leven niet?(…)
Soms gaan wij op de vleugels van een lied
en durven onze zwaartekracht vergeten. (…)