Jonge Remonstranten bereiden zich voor op Surinamereis
Geschreven door RedactieHet herdenkingsjaar Slavernijverleden is met de viering van Keti Koti op 1 juli gestart. Eind augustus gaat de Jongerengemeente Arminius naar Suriname voor een culturele en levensbeschouwelijke uitwisseling met Surinaamse jongeren. Ter voorbereiding van deze uitwisseling hebben ze de documentaire ‘White Balls on Walls’ besproken en kregen ze een rondleiding over de tentoonstelling Apocalypse van Felix de Rooy in het Stedelijk Museum Amsterdam.
Veel (publieke) instellingen zetten zich in voor meer diversiteit en inclusie, zo ook musea. Uit de
documentaire ‘White Balls on White Walls’ blijkt dat het nog een lange en moeilijke weg is om deze
diversiteit en inclusie te realiseren. Naar aanleiding van deze documentaire hebben we contact
gezocht met Charl Landvreugd, hij spreekt in de documentaire en is ‘Hoofd Onderzoek en Curatorial
Practice’ van het Stedelijk Museum Amsterdam. Charl nodigde ons uit voor een rondleiding door de
nieuwe presentatie van de vaste collectie en de tentoonstelling ‘Apocalypse’ van Felix De Rooy
(1952).
Toekomstige generaties
Ons bezoek begon met een introductie door Charl Landvreugd over diversiteit in
levensbeschouwingen en hoe die invloed hebben op hoe mensen in het leven staan. Landvreugd
beschreef hoe de balans tussen licht en donker belangrijk is in het Winti – geloof en andere
vergelijkbare Afrikaanse religies. In westelijke (christelijke) levensbeschouwingen wordt uitgegaan
van het goede, het licht, dat het kwade, de duisternis, moet overwinnen. Een mens wil goed zijn en
zich van zijn beste kant laten zien. Dit in tegenstelling tot Afrikaanse levensbeschouwingen, waarin
meer een evenwicht tussen iemands goede en slechte kanten wordt nagestreefd. Daarnaast
spelen voorouders een grote rol, mensen zijn niet op zichzelf staande entiteiten, maar leven voort in
volgende generaties. Landvreugd gaf aan dat het museum meer ruimte wil geven aan deze andere
levensbeschouwingen en de kunst die zij inspireren. Deze verandering kost tijd en Landvreugd zijn
belangrijkste boodschap was daarom dat wij de dingen die we nu doen niet voor onszelf doen, maar
voor de toekomstige generaties. Dat maakt het niet gemakkelijker, want hoe weet je of je de juiste
dingen doet als je nooit zelf het resultaat zult zien.
Confrontatie met eigen perspectief
Met deze inzichten in het achterhoofd begonnen wij aan de tentoonstelling van Felix de Rooy. De
Rooy brengt veel voorwerpen, periodes en culturen samen in zijn werk. Bijvoorbeeld in het werk ‘Cry
Suriname’, dat een assemblage is van een Afrikaans sculptuur van een hoofd op een Bijbel, een
verroeste ketting rondom de nek, en op het hoofd een boek getiteld ‘Suriname’, een bot en een
zwart hoofd met opengesperde mond waarin een witte kop ligt. Met dit kunstwerk verbeeldt De
Rooy het slavernijverleden en de raciale en religieuze stereotyperingen die daar aan verbonden zijn.
Maar in zijn beelden confronteert hij de kijker ook met diens eigen perspectief. De beelden die er
in de ogen van de Westerse toeschouwer wellicht uit zien als een Afrikaans beeld, blijken
eigenlijk een samenstelling van diverse Afrikaanse kunstvormen te zijn. Zo maakt hij de toeschouwer
bewust dat wat je ziet bepaald wordt door onder andere opvoeding, afkomst en cultuur. Uit de
openingstekst wordt duidelijk dat die vermenging van culturen en achtergronden een belangrijk
onderdeel is in De Rooy’s leven. Hij heeft geprobeerd zich los te maken van zijn identiteit gevormd
door zijn genen en de geschiedenis, maar belandde daardoor in wat hij omschrijft als het land van ‘la
race mélangée, het ‘niemandsland van het vuilnisbakkenras’ (Felix De Rooy, 1995).
Beelden van zwarten in Westerse cultuur
Via allerlei kunstvormen, van film en theater en tentoonstellingen, tot schilderijen, assemblages en (digitale) collages, geeft De Rooy uiting aan die gemengde identiteit en bevraagt tegelijkertijd onderwerpen die ermee gepaard gaan, zoals menslievendheid, seksualiteit, religie en geschiedenis. Illustratief voor het feit dat De Rooy zijn tijd vooruit was is de tentoonstelling die hij in 1989 organiseerde ‘Wit over Zwart – beelden van zwarten in een westerse populaire cultuur’, die het actuele thema van raciale stereotypering aan de kaak stelde. Het geeft ook aan dat een museum een goede plek kan zijn om
kennis te maken met andere perspectieven, maar vooral ook het gesprek te voeren. Zo hebben het
gesprek met Charl Landvreugd en de werken van De Rooy zeker voldoende stof tot nadenken
gegeven, en ook inzichten die een mooie input zijn voor de uitwisseling met de jongeren in
Suriname.
Antoinette Schoehuizen